Paardebloem, Composieten.
ook: Molsla, Pissebloem,
Leeuwentandwortel, Hondspol, Klierwortel, Kettebloem.
Taraxatum officinale, Compositae.
ook: syn. T. Dens-Leonis,
Leontodon taraxatum
D: Löwenzahn, Pusteblume,
Hundsblume, Kuhblume, Milchkraut.
GB: Dandelion.
F: Pissenlit, Dent-de-lion.
Naam en oorsprong.
Zoals we bemerken aan de naamgeving is deze bloem vooral
in het Nederlandse en Duitse taalgebied en zeer populaire plant. Het
Engelse Dandelion komt van het Franse
Dent-de-lion (Leontodon taraxatum) en
het Franse Pissenlit komt van het Nederlandse Pissebloem dat op zijn beurt
afkomstig is van het Duitse Pusteblume, de poestabloem, de Hongaarse vlakten
vol paarden en ... Paardebloemen. Hoe een bloemetje reizen kan.
Daarmee hebben we ook de oorsprong van deze plant
teruggevonden, de grazige vlakten van Zuid en Oost-Europa. Onze streken waren
vroeger bebost en daar komt geen Paardebloem in voor. Tegenwoordig komt de
Pissebloem in zowat elk land voor. Zij heeft de mens en zijn paarden gevolgd in
zijn veroveringen.
Taraxacum is afgeleid van het Grieks taraxis,
oogziekte en akas, geneesmiddel. Het is een referentie naar de
geneeskrachtige eigenschappen van de plant.
De naam Leontodon, gegeven door Linnaeus, is afgeleid van
hrt Grieks leon, leeuw en odous of odontos, tand. Hier
wordt naar de vorm van de bladeren verwezen en naar de zonnevormige bloem, het
teken van de leeuw.
Algemeen.
Er bestaan zowat 10 soorten Paardebloemen, die echter
alleen door specialisten te onderscheiden zijn. Veel aanverwante soorten zoals
het Klein Streepzaad, het Gewoon Biggenkruid en het Schermhavikskruid
(honderden soorten) gelijken zeer goed op de Taraxatum doch zijn wel degelijk
verschillend.
Onze Paardebloem herkennen we aan haar openstaande
samengestelde botergele bloemen en vooral aan de bolvormige rijpe zaadschermen.
De stengel is duidelijk hol en scheidt melkachtig, bitter sap uit bij het
oversnijden. Ook haar groeiplaats op malse, sappige weiden is specifiek.
Vooral de wortel werd vroeger gewaardeerd als
geneeskrachtig onderdeel van de plant. Hij werd gebruikt tegen reuma,
waterzucht, jicht, geelzucht en krampen. De nadruk kwam in de loop der tijden
vooral te liggen op de leverreinigende werking. Dit sluit natuurlijk de andere
eigenschapen niet uit doch soms vindt men andere planten, die meer voldoening
geven bij bepaalde klachten. De homeopathie geeft daarvan een voorbeeld en
argument.
Het sap werd gebruikt als lotion tegen schurft, exeem en
huidaandoeningen en inwendig gebruikt tegen indigestie en maagaandoeningen, cfr
de bitter smaak.
Het melkachtige sap van de stengels werd met wisselend
succes aangewend tegen wratten en als ontsmettend middel voor urinewegen en
zweren in de urinewegen wegens de drogende en verzachtende eigenschappen.
Gans het gamma van lever, milt, gal, geelzucht, kortom
alles wat in het midden van de romp ligt werd aangepakt met de Pissebloem.
De wortel werd gedroogd en geroosterd om als
vervangmiddel van koffie te gebruiken. Het is een gelijkaardig gebruik als bij
de Chicorei, die echter blauw bloeit.
De jonge gebleekte scheuten, die ondergedolven waren door
de mollen, werden in de lente verzameld en gebruikt als voorjaarsgroente, de
zogenaamde mollensla. Deze jonge groente heeft een verdovende werking en heeft
een zuiverende werking op lever en nieren. Witloof is daarvan een imitatie op
basis van een andere plant, weerom de Chicorei. Veel mensen zoeken nog steeds
naar bitter witloof en vinden de zoete variëten maar niets, zijn zij op zoek
naar de verdovende eigenschappen van de bitterstoffen?
In de tuin wordt de Paardebloem nauwelijks geduld. Toch
zien we talloze houders van konijnen, paarden en ander vee de planten
verzamelen om ze vers of gedroogd aan hun dieren te voederen. Paarden laten ze
normaal staan in hun wei, geiten zijn er echter op verzot.
Als gezondheidsplant.
De Paardebloem wordt vooral gebruikt bij onvoldoende
leverwerking. Deze eigenschap werd bevestigd door bekende vorsers als
Rutherford en Vignal.
Men boekt er succes mee tegen galstenen, verhoogd
cholesterolgehalte, symptomen van slechte leverwerking zoals aambeien of exemen
en bij constipatie en zwaarlijvigheid.
De bitterstoffen stimuleren de eetlust, de kalium is een
bloedregulerende factor, de slijmen uit
de wortel en bloemstengel werken op de darmen en tegen zwaarlijvigheid, de
inuline werkt in op de lever. Het hars heeft een ontsmettende werking.
Vergeten we niet de waterafdrijvende eigenschappen.